De zon straalt ons tegemoet. De lucht is nog knisperend fris, maar uit de wind is het buiten al zo ontzettend lekker. Wij zijn op weg naar Hongerige Wolf (alleen de plaatsnaam was al reden hier heen te gaan). Natuurlijk hadden we ook een groter vakantiehuis kunnen boeken, maar juist in deze tijd van het jaar, die zo vol belofte zit, is een verblijf in een Trekkershut zoveel spannender en leuker: alsof je al gaat kamperen en volop buiten bent, terwijl je wel een lekker warm verblijf hebt. En als die Trekkershut dan ook nog helemaal in het Noordoostelijkste puntje van Nederland ligt, met aan alle kanten uitzicht op de indrukwekkende uitgestrektheid, dan kun je niet anders dan steeds maar weer naar buiten kijken.
Dat is dan ook wat we doen als we aankomen: mijn man Barend en onze kinderen Pieter van 12 en Rosa van 10 jaar. Natuurlijk lopen we meteen naar de dijk boven de hutten, die als ware Tiny Houses op een rij naar de velden opgesteld staan, met in hun rug het Ambonezenbosje, dat vol kramsvogels en goudhaantjes zit. Op de dijk kijken we naar De Dollard, verbonden met de Waddenzee, uitgestrekte wadden met talloze vogels: vluchten kieviten glinsteren in de zon, ganzen gakken over. We zijn diep onder de indruk.
Na een spelletje rijden we in 10 minuten naar de Harry Potterachtige Kiekkaste: terwijl de zon al zakt, en het riet een warme gouden kleur geeft, torent deze magische vogelkijkhut boven het wad en het riet uit. Via een loopbrug bereiken we de hut: het wad glinstert in de avondzon en we zien wulpen, bergeenden, tal van bijzondere wintervogels en een schitterende zonsondergang.
Terug in de warme hut doen we ons tegoed aan toastjes en kaas. Na het eten gaan we nog even op pad in het donker. En dat is hier écht donker. De sterren schitteren boven de hut: Orion tekent zich duidelijk af en in de verte horen we al die duizenden vogels: heel indrukwekkend. In de hut toveren we met gemak de slaapbank om tot bed voor de kinderen, wij liggen lekker in onze warme slaapzakken in een heuse ouderslaapkamer.
’s Ochtends worden we wakker van de vogels en de zon die door de kieren schijnt: wat een feest om hier met mijn kop koffie en mijn gezicht in de ochtendzon te zitten. We doen het lekker rustig aan en rijden als afsluiting naar de vogelkijkhut en zeehondenkijkwal aan de andere kant van de Dollard. Diep tevreden rijden we terug naar huis: wat kan één enkel nachtje weg al voelen als een week even niks aan je hoofd. Enkel de wind in je oren, de zee in de neus, de zon op je kop en heel, heel veel vogels in je blikveld: wat een aanrader!